Home Over ons Actueel Stress, overspannenheid of burn-out?

Stress, over­spannenheid of burn-out?

Je kent vast wel iemand die een drukke week achter de rug heeft en pretendeert een burn-out te hebben. En aan de andere kant zijn er mensen die je die kant op ziet gaan maar blijven volhouden dat ze gewoon even wat stress hebben en het snel weer goed komt. Wat is nu eigenlijk het verschil tussen stress, overspannenheid en burn-out?

Positieve en negatieve stress

Stress is in de eerste instantie een heel functioneel fenomeen, we noemen het positieve stress. Bij gevaar brengt het je lichaam in opperste staat van paraatheid. Stresshormonen worden vrijgemaakt en dat maakt dat je dingen kunt doen die je je nooit had kunnen voorstellen. Het maakt je klaar om te kunnen vechten of vluchten. Je bloeddruk en je hartslag stijgt en zuurstofrijk bloed wordt naar je spieren, hart en hersenen gepompt. Je longblaasjes verwijden, je ademhaling wordt sneller, je spijsvertering komt op een laag pitje en het zweet breekt je uit. Dit alles in een fractie van een seconde. Ready for action!

Negatieve stress daarentegen helpt je niet om je uitdagingen tot een goed einde te brengen. Sterker nog, het belemmert je. Denk aan stress die je ervaart als je de taken die op je bord liggen niet afkrijgt, je mailbox die overvol is of die file waarin je staat terwijl je een belangrijke afspraak hebt. En houdt deze stress langer aan en staan er te weinig herstelmomenten tegenover, dan kunnen stressklachten ontstaan. Klachten die zich ontwikkelen van spanning naar overspanning tot burn-out.

De opbouw van stressklachten

Zolang er een disbalans is tussen inspanning en ontspanning (of stress vs. herstelmomenten), zullen de stressklachten zich ontwikkelen. In het begin lijken ze onschuldig maar kunnen zich ontwikkelen tot hardnekkige klachten die je letterlijk ziek kunnen maken. Het verloopt doorgaans volgens de drie volgende fasen:

Fase 1: Om alle druk de baas te kunnen blijven ga je harder en langer werken. Pauzes en pleziertjes schuif je opzij en je neemt steeds vaker werk mee naar huis. Je piekert, slaapt slechter en er komt ondanks je harde werken steeds minder uit je handen. En in je diepe bewustzijn verlang je eigenlijk alleen maar naar rust maar dat lukt je niet. Je verbruikt meer energie dan je oplaadt. Uitval dreigt.

Fase 2: De werkdruk en stress houden al zo’n 3 maanden aan en je stressklachten verergeren. Je krijgt fysieke klachten zoals hoofd- en spierpijn. Je kunt je minder goed concentreren en lijkt vergeetachtig te zijn. De controle die je zo graag zou hebben, lijk je alleen maar te verliezen. Je bent bang het niet meer vol te houden maar plichtsgetrouw ga je door. In deze fase kun je spreken van overspannenheid. Een ziekteverzuim van 3 weken tot 3 maanden kan het gevolg zijn.

Fase 3: Je klachten zijn verder ontwikkeld en houden al zo’n zes maanden aan. Misschien werk je nog, maar van normaal functioneren kan je niet meer spreken. Je bent volledig uitgeput. Nog een tegenslag en je stort in. Er is mogelijk sprake van burn-out. Ziekteverzuim van 3 tot 8 maanden is geen uitzondering. Sommige klachten houden zelfs langer dan een jaar aan. In fase 1 lukt het je misschien nog om zelf wat gas terug te nemen en hulp te vragen aan de mensen om je heen. In fase 2 en 3 is het verstandig om een afspraak te maken bij je huis- of bedrijfsarts en te starten met coaching of therapie.

Inspanning en ontspanning

Zolang er voldoende afwisseling is tussen inspanning en ontspanning kan stress helemaal geen kwaad. Je kunt prima 60 uur per week werken zonder klachten te ontwikkelen, zolang je maar voldoende kunt opladen. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat je op de bank moet liggen. Het gaat om de juiste balans tussen werken, rust, sociale interactie, beweging en slaap. Kortom; balans tussen energievreters, energiegevers en rustbrengers.

Hoe is jouw balans?

Weet jij hoe je ervoor staat? Ervaar je overmatige stress en ben je benieuwd naar hoe je hier de baas over kunt zijn? Dan is het een goed idee om voor jezelf inzichtelijk te maken wat jouw stressbronnen zijn en of daar voldoende ontspanning tegenover staat. Vul voor jezelf eens een week lang dagelijks in wat je energievreters, -gevers en rustbrengers zijn. Zoals in dit voorbeeld: Energievreters: Bijvoorbeeld werk, mantelzorg, bestuurstaken voetbalclub, vervelende collega, … Energiegevers: Bijvoorbeeld sporten, tuinieren, koken voor vrienden, wandelen met de hond, … Rustbrengers: Bijvoorbeeld slapen, massage, lezen, mediteren, voor je uit staren in de natuur, …

En vraag jezelf na het invullen hiervan dan af:

  • Wat vind ik van de balans?
  • Hoe komt het dat het scheefgegroeid is?
  • Wat zou ik kunnen veranderen om de balans terug te krijgen en wie of wat heb ik daarvoor nodig?

Geen tijd voor ontspanning

Het moraal van het verhaal is dat je van hard werken geen overspanningsklachten krijgt. Niet zolang je voldoende aandacht schenkt aan het weer opladen van je batterij. En mocht je vinden dat je geen tijd hebt voor rust en ontspanning, dan is dit misschien een belangrijke les: Wie geen tijd neemt om te ontspannen en te rusten, moet tijd inplannen om ziek te zijn.